NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Juryverantwoording nominaties VSB Poëzieprijs 2003


De jury van de VSB Poëzieprijs 2003 heeft uit ruim tachtig inzendingen de volgende vijf bundels genomineerd.


  • De broekbewapperde mens (Querido) — Robert Anker

    De broekbewapperde mens is een rijke bundel, die getuigt van een sterke persoonlijke inzet (noem het gerust: postideologisch humanisme): hoe uiteenlopend de gedichten in de verschillende afdelingen ook zijn, de vitaliteit van de taal verraadt de maker. Anker durft thematisch te zijn: het ergens over te hebben, zonder het dichterlijk geweten te verloochenen.

    In zijn zoeken naar de grenzen van het leven neemt Anker in deze bundel nadrukkelijk afstand van de metafysica die hij omhelsd ziet worden in de poëzie van met name Les Murray en Willem Jan Otten. Hij schuwt daarbij zeker sentimenten en versleten uitdrukkingen niet: die pakt hij juist rustig op om ze een nieuwe glans te geven. Zo slaagt hij erin van een abstract begrip als ‘de toekomst’ iets visueels te maken. De broekbewapperde mens is poëzie die volop in de taal staat en volop in het hedendaagse leven, zonder ook maar een moment modieus te worden: zie ‘Senex en Safinur’, waarin ouder worden en de confrontatie tussen een oude en een nieuwe Nederlander een lyrisch verband aangaan; of neem ‘Albumblad’, de korte, aangrijpende reeks voor een reddeloos verslaafde dochter. Dit is poëzie van de individuele stem die prachtig geconcretiseerd is en (verrassend!) tegelijk geabstraheerd in de formule ‘iemand van ons’.


  • Misschien vier vergelijkingen (Meulenhoff) — Arjen Duinker

    Op het eerste gezicht lijkt Misschien vier vergelijkingen gesprekken, herinneringen en verhalen te bevatten van vier figuren. Maar snel blijkt dat hier niet de normale werkelijkheid aan de orde is, maar dat de taal met opzet ontregeld wordt: de werkelijkheid is immers niet in een taalgreep te houden. Dit leidt in het geheel niet tot abstracte, filosofiserende beschouwingen: Duinkers gedichten zijn vooral opgewekte pogingen om zich met de twijfel, de onzekerheid en de onbegrijpelijkheid tevreden te stellen. Vrolijk associërend en met een speelse vrijheid worden hier taalbouwsels opeengestapeld volgens het geliefde ordeningsprincipe van Duinker, de uitwaaierende opsomming: “ik spreek om mezelf van zekerheid te voorzien”. In de hele bundel, en vooral in de derde cyclus, die tevens de titel van de bundel draagt, schemert een poëticale laag door, onnadrukkelijk maar onbetwistbaar. Daardoor nodigen de woorden met hun speelse lichtheid en vage weemoed de lezer tot verdere interpretatie uit. Het fascinerende van Duinkers gedichten is dat ze in een krachtige en heldere taal ogenschijnlijk over concrete zaken spreken, maar door hun ontregeling diepgang aanbrengen. Duinker kiest voor een spreken dat geen keuzes maakt.


  • De memen van Lara (Querido) — Astrid Lampe

    De memen van Lara brengt de lezer in de virtuele werkelijkheid van wat er in een brein omgaat: van alles flitst er door die kop, het een roept het ander op, ongerijmde opeenvolgingen van zinnen, beelden, zegswijzen (“om het even wat je inlijft”): elk woord of beeld kan een link zijn die je (klik!, klik!) naar een verrassende andere wereld wegvoert, maar daar blijf je ook niet lang want, húp, daar word je weer in een andere uithoek van het neurale netwerk geflitst. De hersenpan is een kookpot waarin heterogene ingrediënten je het water uit de mond laat lopen en je doet snakken naar meer, meer. In deze poëzie zijn begrip, samenhangende betekenis en diepere zin niet langer deugden. Toch zijn de gedichten — hoe onnavolgbaar de associaties en observaties elkaar ook opvolgen — niet duister of zwaar. Integendeel, hier tinkelt heldere betekenismuziek (betekenissen die tegen elkaar stoten tot de vonken ervan afvliegen) en dat maakt je als lezer bijzonder vrolijk: “laten varen en nu húppelen marmot” zeg je de dichter grinnikend na en je weet: “je kan dit gevoel voelen met je prettigste stel laarzen aan”. De uiterst originele poëzie van Astrid Lampe laat je suizebollend achter met “in iedere wang een winegum”.


  • Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen (De Bezige Bij) — Tonnus Oosterhoff

    Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen is een van de avontuurlijkste, eigenzinnigste en oorspronkelijkste bundels die het afgelopen jaar zijn verschenen. Tonnus Oosterhoffs gedichten staan vol woorden, zinnen en situaties die hoogst ongebruikelijk zijn in de gangbare poëzie. Deze dichter neemt geen genoegen met het voltooide en afgesloten karakter van een gedicht dat vastligt op de pagina. Met allerlei middelen doorbreekt hij het afgeronde en gepolijste dat een gedrukte tekst nu eenmaal aankleeft: hij schrijft in handschrift varianten of toevoegingen door de gedrukte tekst heen, brengt typografisch dynamiek aan in de verschillende stemmen die klinken, laat verschrijvingen of ‘versprekingen’ staan, die hij de loop van het gedicht laat beïnvloeden; ritme, melodie en toonhoogte (van twee Inventies van Bach) roepen door klankassociatie betekenis op en veroorzaken daarmee (taal)werkelijkheid. Vooral op de bij de bundel gevoegde cd-rom met ‘bewegende gedichten’ wordt de lezer deelgenoot van het ontstaansproces en van het spel met het taalmateriaal. Begin en eind van de tekst zijn daar opgeheven. Zowel op de cd-rom als in de papieren bundel is elk gedicht een nieuwe ontdekkingstocht met eigen regels, maar zonder vooropgezet plan of achterliggende theorie. Daardoor maken veel gedichten nieuwe (en soms tegenstrijdige) definities van wat poëzie is noodzakelijk. Oosterhoffs gedichten hebben een volstrekt eigen toon, humor en sfeer en snijden op overtuigende wijze onderwerpen aan als de werking van het geheugen, de waarneming of de taal. Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen is een verrassende bundel van een belangwekkend dichter.


  • Dwaalgasten (Thomas Rap) — Alfred Schaffer

    Dwaalgasten is een opmerkelijke dichtbundel die vol staat met opmerkelijke gedichten. En met opmerkelijke zinnen, zoals deze: “Hij tekent landkaarten tot hij een doelwit kan ontcijferen / en zegt: ‘In de toendra had ik geen symbolen nodig. / Daar kon ik als het moest binnen een uur een tent opzetten / terwijl sneeuw en ijs in mijn gezicht sloegen, / een tent waarin ik deze gebaren heb geleerd en vrouwen ontkleedde.’” Via een losse, achteloze taal wordt de alledaagse en minder alledaagse wereld telkenmale vanuit een onverwachts perspectief op losse schroeven gezet. Alfred Schaffer neemt alle vrijheid om elke keer weer die wereld opnieuw uit te vinden. Hier is sprake van een dichtersdrang die verrassingen oplevert. En de grootste verrassing is misschien wel het dichterschap zelf. Het op-losse-schroeven-van-de-wereld leidt bij Schaffer niet tot cliché-inzichten of minimalistisch geneuzel, maar tot poëzie die geen seconde verveelt. Hij lijkt te spelen met de talloze beelden die hij van stripfiguren, dichters, muzikanten, tijden en geliefdes in zijn hoofd heeft en die hij opnieuw op papier voor zich uittekent. Het resultaat is intrigerend, onderhoudend en brengt de uitdagende dichtershorizon van Schaffer dichtbij de neus van de lezer. Met Dwaalgasten bewijst Schaffer dat hij onbevreesd tussen belofte en een uitdagende toekomst staat.


    De jury heeft een bundel niet genomineerd van een dichter die volgens het reglement de VSB Poëzieprijs niet kan ontvangen omdat hij die prijs korter dan zeven jaar geleden eerder heeft gekregen. Het gaat om Totaal witte kamer van Gerrit Kouwenaar. Ook deze tot dusver laatste vrucht van een al meer dan een halve eeuw durend dichterschap bewijst dat er maar één echte Kouwenaar is, die nu, zichzelf trouw én zichzelf wijzigend, zijn idioom heeft ingezet voor weer een aantal indrukwekkende nieuwe gedichten. De focus staat natuurlijk op wat men helder weet maar niet ziet in een wereld waar ‘zwart de mode is’:

    “je zit voor het raam, ik zie helder
    wat ik niet zie, een lichaam bekneld
    in zijn stilstand, zijn woorden”

    Hors catégorie, wil de jury wil graag Totaal witte kamer van Gerrit Kouwenaar vermelden, een schitterende bundel van een buiten-categorie-dichter.

    Jury VSB Poëzieprijs 2003:
    Gillis Dorleijn, voorzitter
    Abdelkader Benali
    Lut Missinne
    Erik Menkveld
    Ad Zuiderent

    terug    /     boontoe


  • © Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.