NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Lezen over schrijven

Hendrik-Jan de Wit

[augustus 2001]

Handboek voor schrijvers
Louis Stiller, Sander van Vlerken en Kees Jan van Dijk
Amsterdam: L.J. Veen/Stichting Schrijven, 2001
392 pag
ISBN: 90204 5835 3
Prijs: fl. 49,50

Versvormen, Leesbaar handboek
Drs. P.
Nijmegen: De Stiel
200 pag
ISBN: 90 70 415 22 4
Prijs: fl. 29,90.

In Nederland schrijven één miljoen mensen. Niet al deze mensen willen een nieuwe Mulisch of Claus worden, maar velen willen graag hun boek gepubliceerd zien. De cabaretier Freek de Jonge merkte een tijdje terug op: ‘Als al die mensen nu elkaars boek kopen; dan heb je één miljoen bestsellers.’

Het Handboek voor schrijvers blijft gelukkig een beetje dichter bij de realiteit. De weg naar publicatie van je manuscript is lang en er zijn vele manieren om ‘er’ te komen. Het boek opent met een open deur: wat is je doel; wat wil je? Een manuscript sturen naar een uitgeverij is daarbij een onjuiste strategie. Bijna altijd keert het dikke pakket linea recta terug met de zo gehate zeven woorden: ‘Sorry, het past niet in ons fonds.’

‘Het probleem voor veel beginnende schrijvers is dat ze hun eigen werk zo moeilijk kunnen beoordelen.’ (17) vertelt het handboek. Vervolgens komen er allerlei strategiën om daar achter te komen. De beginnende schrijver kan een manuscript laten beoordelen door een speciaal manuscriptenbureau; kan deelnemen aan allerlei soorten cursussen of aan een schrijfwedstrijd meedoen. Deze tips hebben voor de beginnende schrijver allerlei voordelen: hij weet wat de kwaliteit is van zijn werk en kan vervolgens eraan werken om de kwaliteit te verbeteren.

Het handboek bevat ook andere nuttige tips. Zo is er een uitvoerige beschrijving van de literaire tijdschriften en wordt uitgelegd hoe een schrijver moet omgaan met de afwijzing van zijn manuscript. Het handboek geeft niet alleen aan hoe de beginnende schrijver zijn boek gepubliceerd krijgt. Wanneer het boek gepubliceerd wordt, dienen er zich allerlei nieuwe problemen aan. Zoals hoe het boek eruit komt te zien; de inbreng van de auteur daarbij en een goede uitleg van de rechten en de contracten voor beginnende schrijvers. Het zijn allemaal dingen waar een beginnende schrijver geen weet van heeft, maar die van groot belang zijn om te weten.

Het tweede deel bevat naam- en adreslijsten van o.a. uitgeverijen, literaire café’s, schrijfdocenten en de schrijfwedstrijden in het Nederlands taalgebied. Allemaal informatie die van groot belang is voor schrijvers. Veel dingen vergeet een schrijver in de waas van de publicatie. Uitgevers kunnen daar groot misbruik van maken. Het boek geeft een groot aantal handige tips om een droom te verwezenlijken.

Toch mis ik een aantal dingen in het boek. Op het internet bestaat veel literaire bedrijvigheid en het boek geeft hiervoor erg weinig tips. Want hoe zit dat in elkaar? Wat voor een rechten heeft de schrijver voor zijn stuk als het op internet gepubliceerd is? En wat voor toekomst heeft het publiceren op het wereldwijde web? Vragen die nauwelijks ter sprake komen in het boek. De tips blijven uiterst beperkt tot: ’Internet biedt eigenbeheer uitgevers ongekende mogelijkheden’. Welke mogelijkheden dat zijn, komt niet aan bod. Daanaast geeft het boek nog enkele internetadressen van schrijfgroepen, maar er is behoefte aan meer informatie.

Dat neemt niet weg dat het Handboek voor schrijvers goede en degelijke informatie geeft aan de beginnende schrijver. Toch vond ik al het praten over de grote wens van het uitgeven, waar blijkbaar ongeveer één miljoen Nederlanders last van hebben, soms ook vervelend. Als naslagwerk is het handboek uitermate nuttig, maar het boek is moeilijk van het begin tot het einde te lezen.

Veel vermakelijker vind ik het handboek voor het schrijven van poëzie van Drs. P. Hij kreeg in Nederland vooral bekendheid voor zijn nonsensgedichten. Dit zijn gedichten die een grote mate van onzin bevatten. Drs. P. noemt zichzelf geen dichter, want hij vindt zichzelf daarvoor niet profaan genoeg. In september 2000 ontving hij de Tollensprijs voor zijn bijdrage aan de Nederlandse taal en het Nederlandse lied. Dit is een terechte beloning, omdat zijn gedichten van een ongekend hoog niveau zijn.

In zijn handboek, Versvormen, Leesbaar handboek, behandelt Drs. P. maar liefst 59 soorten versvormen. Het zijn allemaal traditionele vormen van poëzie, van de ballade tot aan de haiku. Hij geeft van iedere vorm een korte uitleg waarin het genre, het aantal versregels, rijmschema, metrum en de geschiedenis van de dichtvorm worden gepresenteerd. Het leukste zijn de voorbeelden die Drs. P. bij de karakteristieken geeft. Gedeeltelijk geeft dit voorbeeldgedicht zelf ook weer een karakteristiek. Zoals de haiku: ‘Drie goede regels/Zeventien lettergrepen/Genoeg is genoeg’ of de ‘4x5=8’: ‘Verstijf/Indien u iets banaals verwacht/Bij dit bedrijf/Behoort een soort verbeeldingskracht/De versvorm die ik schrijf/Is weldoordacht/De naam zegt alles: 4x5/=8’

De inleiding van het boek geeft een duidelijk beeld van de geschiedenis van de poëzie en legt allerlei basisbegrippen uit, die voor het schrijven van een traditioneel gedicht nodig zijn. Rijm en metrum krijgen daarbij uitgebreid aandacht. Geregeld onderbreekt de schrijver zijn tekst met gedichten die zijn beweringen moeten illustreren.

De belofte in de ondertitel van het boek — leesbaar handboek — wordt volledig waargemaakt. Ik heb genoten van dit werk, dat meer dan een naslagwerk is. Drs. P. heeft er een echt meesterwerk van gemaakt, die menig beginnend dichter kan inspireren. Het leuke van dit werk is dat de lezer op een vermakelijke manier kennis maakt met gedichten waarvan zelfs de kenner nauwelijks weet van heeft. Drs. P. laat met dit boek zien dat hij meer dan een nonsens-dichter is.

terug    /     boontoe


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.