NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Nooit meer dezelfde Annie M.G. Schmidt

De Nederlandse schrijversbiografie
Deel 1: Annie M.G. Schmidt (1911-1995)

Hendrik-Jan de Wit

Annejet van der Zijl: Anna, Het leven van Annie M.G. Schmidt.
7e druk. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2004 [2002].
ISBN 90 388 8733 7.
Prijs: € 15,95.

De biografie is in Nederland jarenlang een verwaarloosd kind geweest. In Angelsaksische landen was het laten van een scheet of het leggen van een keutel ter grootte van een dropje voldoende voor een dikke biografie. De Nederlandse schrijvers en gezaghebbende politici bleven bijna allemaal buiten schot. De biografie was hier niet populair. Daar kwam bij dat de weinige biografieën die verschenen van een bedroevend slechte kwaliteit waren. De één somde het leven van de desbetreffende persoon op alsof het een boodschappenbriefje betrof. De ander maakte van iemands leven zo’n geromantiseerd verhaal die nauwelijks recht deed aan de werkelijkheid en de beste romans evenaarde.

Gelukkig is daar verandering in gekomen. In de laatste twintig jaar kwam er een voorzichtige stroom aan biografieën op gang met verschillende hoogtepunten en dieptepunten. Vaak werd gekozen voor een schrijver. Zo verschenen er de levensbeschrijvingen van Couperus (door Bastet in 1987), Van Eeden (door Fontijn in 1990 en 1996) en Van Deijssel (door Prick in 1997 en 2003). Het zijn stuk voor stuk kloeke boeken, vaak in meerdere delen, waarin het leven aan de hand van het werk verklaard werd. Hier op Nedlit nu bespreek ik een aantal biografieën over Nederlandse schrijvers. De aftrap begint met de biografie van Annejet van der Zijl over het Nederlandse monument van de kleinkunst en kinderliteratuur: Annie M.G. Schmidt (1911-1995).

Elke vreemdeling die in Nederland inburgert, kent ze: de kleuters Jip en Janneke. De twee creaties van Annie M.G. Schmidt stammen uit de jaren 1950. De verhalen over het duo zijn eenvoudig en speel geschreven. Schmidt gebruikt in haar vrolijke verhaaltjes de Nederlandse taal op een speelse en leerzame manier. Bijna iedere Nederlander leerde lezen met de avonturen van de twee buurkinderen in de hand, of hoorde de verhalen voor het slapen gaan. De maakster Annie M.G. Schmidt is onlosmakelijk aan deze fictieve wezentjes verbonden. Maar Schmidt schreef niet alleen kinderboeken, ze is ook bekend van haar musicals en radio- en televisieseries als Ja zuster, nee zuster.

Het leven van een dergelijk persoon beschrijven, duiden en doorgronden is verschrikkelijk moeilijk. Annejet van der Zijl durfde deze confrontatie aan en schreef een boeiende en vlotlezende biografie over Annie M.G. Schmidt. Een zware taak, waar ze in veel opzichten wonderbaarlijk goed in slaagt. Van der Zijl weet in ruim vierhonderd bladzijden een beeld te schetsen van de schrijfster Schmidt, waarbij ze de persoon typeert en doorgrondt. Een daad waar menig Nederlandse biograaf jaloers op mag zijn. Een biografie schrijven is niet alleen een academische daad, maar nog veel meer een kunst. Niet ieder feitje is even belangrijk en de biograaf moet harde keuzes maken.

De biograaf heeft een aantal taken bij het maken van een levensschets. De primaire taak is het leven van de persoon te duiden en te wijzen op de punten in het leven waarop de persoon een belangrijke beslissing heeft genomen. Bij de schrijversbiografie moet de biograaf vertellen waarom de schrijver is gaan schrijven en dient hij een verband te leggen met de creativiteit. De biograaf kiest uit de keur van mogelijkheden de belangrijkste elementen uit het leven die tot de creativiteit bijdragen. Een droge opsomming van gebeurtenissen volstaat niet. Daarmee krijg je geen inzicht in het leven van de gebiografeerde. Bij de schrijversbiografie is belangrijk waarom de beschreven schrijver tot bepaalde boeken is gekomen. Daarnaast dient de biograaf te wijzen op personen en omstandigheden die een wezenlijke invloed hebben op het oeuvre.

Van der Zijl slaagt erin een eerlijke levensbeschrijving van Annie M.G. Schmidt neer te zetten. Als lezer van de biografie krijg je inzicht in de jeugd van Annie en haar verlangen erbij te horen. Annie groeide op in de pastorie van het Zeeuwse Kapelle en had een sterke band met haar moeder van wie ze moeilijk los kon komen. Het zijn elementen die een groot deel van Annie M.G. Schmidt bepaald hebben. De moeder van Annie, Truida Schmidt legde een groot beslag op haar dochter. Ze wilde van haar kind een groot schrijfster maken, maar dwong haar daartoe. Van der Zijl laat hier juist zien dat Annies moeder een negatief effect had op de creativiteit van Schmidt.

Daarnaast zet Van der Zijl met Anna een persoon neer die niet altijd zal aardig was als ze op het publiek overkwam bij haar optredens voor de televisie. Annie M.G. Schmidt was daar de liefste vrouw van de hele wereld die nooit een fout kon maken. Ze was miskend doordat ze nooit een grote prijs gewonnen had. Van der Zijl laat echter zien dat Schmidt dit beeld bewust creëerde. Schmidt, zo vertelt haar biografe, was helemaal niet zo lief. Ze kon bijzonder hard uit de hoek komen en gaf mensen regelmatig een sneer.

Annie overschaduwde haar minder mooie kanten uitermate tactisch met haar vertelkunst. Annie kon als geen ander een dagelijkse gebeurtenis transformeren in een onalledaagse aangelegenheid. Ze verhulde daarmee een groot deel van haarzelf. Van der Zijl schijnt met een felle lamp op deze donkere, onbekende plekken. Van der Zijl haalt Schmidt van haar zelf gemaakte voetstuk af en maakt haar tot een mens van vlees en bloed. Schmidt wordt in haar biografie tot normale proporties teruggebracht en mag weer een gewoon mens zijn. Bij Van der Zijl is Schmidt een vrouw die niet altijd een meesterlijk werk schrijft en die nu en dan zelfs tobt met het schrijven. Voor het lezen van de biografie kwam deze menselijkheid niet in je op, omdat Jip en Janneke juist makkelijke en eenvoudig geschreven lijken. De schijn bedriegt en Van der Zijl wijst je daarop.

Met talloze sappige anekdotes en spannende gebeurtenissen schets Van der Zijl het leven van Schmidt. Zelden haalt Van der Zijl een onnodige gebeurtenis aan. Ze balanceert perfect in de afwisseling tussen citaat en commentaar. Daarbij ruimt ze ook mistanden uit de weg en doet de ene onthulling na de andere. Bij dit laatste wordt ze regelmatig dwarsgezeten door Schmidt, die haar leven zo goed regiseerde door alleen te vertellen wat ze wilde vertellen. Zo speculeert Van der Zijl over een abortus die Annie ondergaan heeft. De biografe krijgt nauwelijks een vinger achter de deur van dit geheim. De precieze toedracht is met Annie in haar graf verdwenen.

Later zou Annie ontkennen dat de uit 1977 stammende musical Foxtrot autobiografisch van aard was. Maar het verhaal van een plattelandsmeisje dat in een pension in de grote stad belandt, verliefd wordt op een homofiele jongen en in verwachting raakt, lijkt in grote lijnen wel degelijk van haarzelf geweest te zijn. Haar aangetrouwde nicht Maja de Vries weet zich nog levendig de ophef in de familie te herinneren toen bekend werd dat ‘Zus’ zwanger was, en Annies broer Wim vertelde het later in zoveel woorden aan zijn aangenomen zoon Peter Greve: ‘Hij zei dat het de verkeerde kant opgegaan was met zijn zuster, dat ze ontspoorde. En dat ze zwanger geworden was van een homojongen.’ (59)

Van der Zijl zegt over de afloop van de zwangerschap niets. Het is haar niet kwalijk te nemen, want Van der Zijl laat duidelijk merken haar werk zo goed als mogelijk gedaan te hebben. Het zijn van die gaten in een mensenleven, waarvan de oplossing bij de dode in het graf ligt.

In de musical wordt de hoofdpersoon op de valreep gered door een miskraam, maar hoe Annie anno 1930 uit haar benarde situatie wist te geraken is onduidelijk. ‘Wim vertelde me dat ze de zwangerschap heeft af laten breken,’ zegt Peter Greve. […] Maar in de bibliotheekkringen, waar Annie later werkte, deed het verhaal de ronde dat het kind ter adoptie zou zijn afgestaan. Feit is dat het jaar 1931 een blinde vlek is in haar levensgeschiedenis, al zou ze in haar memoires later tot in de kleinste details beschrijven hoe ze in 1930 als au pair naar de Noord-Duitse industriestad Hannover zou zijn gegaan, (59)

Van der Zijl slaagt hier niet in om een duidelijk antwoord te geven die dicht bij de waarheid ligt. Het is één van de weinige momenten in de biografie dat ze het geheim niet ontfutselt.. Prijzenswaardig is dat Van der Zijl hier niet uitwijkt naar het literaire oeuvre van Schmidt. Dat is dè valkuil waarin menig schrijversbiograaf in dondert: het literaire oeuvre vermengen met het leven van de auteur. In dergelijke gevallen ontstaat een onwenselijke schijngevecht tussen feit en fictie, die de biograaf onbetrouwbaar maakt. Van der Zijl is zich hiervan bewust en gebruikt het oeuvre van Schmidt enkel als illustratie en verduidelijking. Annie is niet alleen onbetrouwbaar in haar zuiver-literaire werk. Ook met Schmidts memoires Wat ik nog weet uit 1992, gaat Van der Zijl uiterst zorgvuldig om. Herhaaldelijk blijkt dat wat Annie in haar memoires vertelt, niet met de werkelijkheid strookt. Van der Zijl wijst hier voortdurend op.

De biografie Anna laat zien dat Wat ik nog weet een prachtig, maar fabuleus boek is. Het boek is een exempel van de fantast Schmidt. Altijd moest ze iets mooier maken dan iets was. Een schitterende eigenschap, maar een nachtmerrie voor de biograaf. Van der Zijl gaat er lovenswaardig mee om. Ze maakt de onwaarheid van Schmidt helemaal niet belachelijk. Van der Zijl laat iedere keer als ze uit Annies memoires citeert, zien dat Schmidt een meesterverteller is. Want al pretendeert Van der Zijl in haar inleiding het verhalende element in haar biografie als uitgangspunt te nemen, haar stilistiek steekt schril af tegen de prachtige citaten van Schmidt. Zoals op het moment dat Schmidt met Simon Carmiggelt in Londen is om te spreken voor de Vereniging Neerlandica.

Het was de eerste keer sinds haar memorabele vliegavonturen in Vlissingen, bijna een kwarteeuw eerder, dat ze weer per vliegtuig reisde. Maar nu was het een groot passagierstoestel, dat boven de wolken kon vliegen. En zoals zij opsteeg van Schiphol zo brak de lift waar Abeltje als liftboy te werk was gesteld, door het dak van warenhuis Knots en de grenzen van de werkelijkheid, op naar avonturen in de grote wijde wereld. (219)

Van der Zijl citeert hier uit het boek Abeltje. Schrijfster Schmidt verwerkt haar vliegervaringen in het verhaal over een jongetje dat verlangt naar vrijheid. Eenzelfde vrijheid, zo meent Van der Zijl, die Annie net had teruggevonden.

Abeltje landde met zijn medepassagiers in het New Yorkse Central Park en vervolgens in het denkbeeldige Zuid-Amerikaanse staatje Perugona, dat opmerkelijke overeenkomsten vertoonde met het toen haast nog middeleeuwse Spanje, waar Annie en Dick die zomer vakantie hielden. (219-220)

De biografe vermengt hier de gebeurtenissen uit de tijd waarin Annie Abetje schrijft, met het het verhaal Abeltje zelf. Van der Zijl schermt vaker met feit en fictie op een soortgelijke zorgvuldige manier. Het zijn de scènes die je met rode oortjes leest. Slechts af en toe schiet Van der Zijl haar doel mis door onnodig en overbodig dingen te citeren. Deze ogenblikken komen sporadisch voor, want Van der Zijl beheerst gelukkig haar vak goed.

Het heetste hangijzer van deze biografie is de relatie van Annie Schmidt met haar man Dick van Duijn. Schmidt leerde Dick kennen via een advertentie, die ze in krant plaatste. Hij was getrouwd en bleef dat zijn hele leven. Annie kreeg een zoon van hem en uiteindelijk gingen de twee samenwonen. Van der Zijl merkt op dat Dick de grote liefde is van Annie, van hem heeft ze echt gehouden. Aan de andere kant vormde Dick in veel opzichten een belemmering voor haar, waardoor ze niet de vrouw kon zijn die ze wilde zijn. De hele biografie overheerst deze dubbele houding. Van der Zijl probeert aan het einde van haar biografie een voorzichtige samenvatting te geven van de relatie van Annie met Dick van Duijn.

Tien jaar lang had Annie nu al niets meer geschreven dat de kwaliteit van haar vroegere werk benaderde, tien jaar was Dick nu dood. Het creatieve fonteintje dat zo vrolijk was gaan spuiten in de jaren dat hun liefde was opgebloeid, was zonder hem verworden tot een moeizaam straaltje. Zelf weet zij haar teleurstellende prestaties meestal aan derden, aan het feit dat ze niet meer kon lezen of desnoods aan haar leeftijd: ‘Eigenlijk ben ik te braaf en uit de tijd.’ Maar kort na Dicks overlijden had ze tegen George Groot al eens gezegd: ‘Ik kan niet meer zonder zijn kritische stem.’
[…]
Kennelijk floreerde Annies creativiteit alleen maar bij een zekere verdrukking. Klassieke liedjes als ‘Vluchten kan niet meer’, ‘Ik ben er nog’ en ‘Op een mooie Pinksterdag’ had ze per slot van rekening verzonnen op momenten dat er snel een gat gevuld moest worden, Jip en Janneke, Abeltje, Pluk van de Petteflet en Otje schreef ze in periodes dat ze moest woekeren met haar tijd en energie. Zoals ze zelf eens zei: ‘… over het algemeen werkt het toch zo dat naarmate de tijd dringt en je moet wel, dat je dan opeens ook scherper denkt. Alles wordt opeens scherper.’  &nbps;De levensgezel die zo’n belemmerende factor voor haar schrijversbestaan had geleken, was in wezen de noodzakelijke factor geweest. Dick had gefungeerd als ijkpunt, als het anker dat Annie nodig had om haar verbeelding de vrije loop te kunnen laten.’ (386-387)

Hier verklaart Van der Zijl een wezenlijke factor uit het leven van Anna Maria Geertruida Schmidt, waar ze in haar biografie onmogelijk omheen kan. Zonder Dick van Duijn was het oeuvre van Annie Schmidt niet geweest wat het nu is. Zonder Van Duijn geen Jip en Janneke, Abeltje en Pluk van de Petteflet. Schmidt had de verdrukking van haar man volgens Van der Zijl nodig om zich creatief te kunnen uiten. Ik vind het een ontdekking van Van der Zijl die laat zien wat een biografie moet zijn: een verklaring hoe het komt dat een de gebiografeerde geworden is tot waar hij of zij bekend om is. Bij de schrijversbiografie is dat meestal een creatief aspect, of datgene waar de schrijver zijn kenmerkende thematiek en stilistiek vandaan heeft.

Van der Zijl beschrijft het leven van Schmidt zoals het hoort: ze schetst het leven van de mens Schmidt en doet daarnaast een poging om de bepalende factoren uit Annies leven op en uit te diepen. Het literaire werk vormt daarbij een leidraad en geen bron. Van der Zijl houdt zich keurig aan deze wet en gebruikt de literaire werken om het verhaal te verduidelijken en niet om bepaalde levensfeiten aan te wijzen. In het literaire werk ligt niet het leven van de auteur besloten, dat is een taak van de biografie. De biografie verklaart en verheldert en roept op om het literaire werk te gaan lezen. Van der Zijl doet dit zo goed dat de Annie van voordat je de biografie las, nooit meer de Annie is van na de biografie. Annejet van der Zijl geweldig bedankt hiervoor!

Almelo, mei 2004



LitNet: 24 Mei 2004

boontoe / to the top

NeerlandiNet: voorblad / front page


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.