Archive
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Bieg /
Confess
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Onderhoude /
Interviews
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Opiniestukke /
Essays
Rubrieke /
Columns
Kos & Wyn /
Food & Wine
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Feeste /
Festivals
Spesiale projekte /
Special projects
Slypskole /
Workshops
Opvoedkunde /
Education
Artikels /
Features
Geestelike literatuur /
Religious literature
Visueel /
Visual
Reis /
Travel
Expatliteratuur /
Expat literature
Gayliteratuur /
Gay literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Hygliteratuur /
Erotic literature
Kompetisies /
Competitions
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

’n Navorser met miere: In gesprek met David van Reybrouck

Willem de Vries


’n Verlange om literêre en historiese skrywes te laat saamval. ’n Terloopse raaklees in ’n voorwoord vir ’n klein boekie met die naam Soul of the Ape - dat Maurice Maeterlinck, Belgiese wenner van die Nobelprys vir Letterkunde, Eugène Marais sou geplagieer het in sy boek La vie des termites (1926). Die gevolg is David van Reybrouck se kaleidoskopiese reis deur kronkels navorsing en ’n seer verhelderende blik op die Suid-Afrika van nou.

De Plaag, Het stille knagen van schrijvers, termieten en Zuid-Afrika van Van Reybrouck het die Vlaamse Gouden Uil-prys gewen. Die Afrikaanse vertaling deur Daniel Hugo as Die plaag, die stil geknaag van skrywers, termiete en Suid-Afrika, het pas op die rakke verskyn en word deur Protea Boekhuis uitgegee.

Bo en behalwe dat in De Plaag ’n uiters vaardige skrywer aan die woord is, is wat opval die vernuwende blik op Suid-Afrika van ’n bepaald Wes-Europese buitestaander wat geen keer in aanmatigheid verval nie.

Van Reybrouck is verbonde aan die Katholieke Universiteit Leuven as kultuurhistorkius en is onder andere medewerker van die koerant De Morgen. Ek het aan hom ’n paar vrae per e-pos gestel.

Hoe ervaar u die multikulturaliteit van België teenoor dié van Suid-Afrika?

In wezen is er geen verschil tussen beide situaties omdat het in beide gevallen gaat om het moeizaam, maar uiterst belangrijk samenleven van diverse bevolkingsgroepen. Brussel waar ik woon is een ongelooflijke hybride stad waar meer dan honderd verschillende talen worden gesproken. Mijn taal, het Nederlands, is die van een minderheid (ongeveer 10%), al is hij wel een van de twee officiële talen. Natuurlijk is er een zeer belangrijk verschil in die zin dat het in Zuid-Afrika de oorspronkelijke bevolking was die zo lang gediscrimineerd werd--in Belgie gaat het veeleer om de allochtone nieuwkomers die zich hier vanaf de jaren zestig zijn komen vestigen. Vanuit linkse hoek heeft men lange tijd gehamerd op de geneugten van de multiculturele samenleving: de aanwezigheid van diverse bevolkingsgroepen zou een verrijking betekenen voor ons allen. Hoe edelmoedig ook, die pleidooien zijn naief omdat ze voorbijgaan aan de moeilijkheden van de multiculturele samenleving. Waardevoller dan dat gezellige muntthee-multiculturalisme lijken me pogingen te zijn waar men daadwerkelijk zoekt naar een evenwicht tussen het gemeenschappelijk belang en de culturele eigenheid. Dat is een delicate evenwichtsoefening maar ze lijkt me cruciaal, ook in Zuid-Afrika wellicht. Ik heb begrip voor de verzuchtingen van vele Afrikaanstalige blanken die hun macht, hun taal en hun veiligheid bedreigd zien. Natuurlijk zijn die er een stuk op achteruit gegaan ten opzichte van het verleden, maar men kan een onrechtvaardige situatie die zo lang heeft aangehouden niet als normatief beschouwen. Waarmee ik me anderzijds ook niet volmondig identificieer met alles wat er na 1994 heeft plaatsgevonden.

In die klapteks van De Plaag word gesê u is “onder vuur genomen door het geweld van tegenwoordig” in die hedendaagse Suid-Afrika. Wat is na u mening die vernaamste termiete wat knaag in hierdie tyd waarin uitgediende magstrukture van die vorige regime in ruïnes lê?

Toen ik in 2000 voor het eerst naar Zuid-Afrika kwam, was mijn beeld zeer bepaald door de post-1994 euforie die in de Europese media natuurlijk lang en breed werd besproken. Het land waarin ik aankwam verschilde echter grondig van die optimistische beeldvorming. Aids, een ingestorte rand, vermoorde boeren in Noord-Transvaal, braindrain van hooggeschoolden etc. Ik had de indruk dat veel blanken het gevoel hadden alles verloren te hebben, terwijl veel zwarten en ‘bruinmense’ het gevoel hadden nog niets gewonnen te hebben (op het terrein van welvaart, gezondheid en onderwijs, met name). Dat lijkt me een buitengewoon frustrerende situatie voor alle betrokken partijen.

Nostalgie naar het apartheidsbewind is natuurlijk niet aan de orde, vanwege van de onrechtvaardigheid van dat systeem. Maar het nieuwe Zuid-Afrika moet wel kunnen garanderen dat de democratische instellingen efficiënt blijven werken. Strijd tegen corruptie is daarom van groot belang. Overdreven mildheid tegenover eventuele misstappen van de ‘previously disadvantaged’ is daarom misplaatst. Men moet politiek handelen niet beoordelen op huidskleur maar op kwaliteit. Het pas goedgekeurde aidsprogramma is, hoewel rijkelijk te laat, een historisch scharnierpunt in de geschiedenis van het land. Al mijn bewondering voor de activisten die aan de kar hebben getrokken! Daarnaast is het aantrekken van buitenlandse investeerders wellicht zeer belangrijk voor de economie en de werkverschaffing. Op dat vlak is het moeilijk om je voor te stellen hoe groot het Zuid-Afrikaanse enthousiasme buiten Zuid-Afrika is. Inmiddels is het in Vlaanderen het derde immigratieland geworden (na Nederland en Canada). De laatste jaren zijn hebben zich zo’n dertigduizend Vlamingen in Zuid-Afrika gevestigd. Als die ook investeren en keurig belastingen betalen, is dat een nieuwe bron van inkomsten. Misdaad kan die nieuwe investeerders afschrikken, maar die zijn anderzijds toch ook minder geplaagd door de geinstititutionaliseerde angst die in Zuid-Afrika heerst.

Die soektog na daadwerklike bewyse dat Maeterlinck Marais geplagieer het, bring u na Suid-Afrika en ook dieper in u self, ’n “voyage of (self)discovery”. Hoe het u siening van Suid-Afrika hierdeur verander? U was al ’n paar keer terug sedert u eerste besoek. Wat het u afgelope paar besoeke u verder tuisgebring?

Hoewel ik het een ongelooflijk complex land blijf vinden en ik niet zo snel aan immigratie zal denken, blijft het mij geweldig fascineren. Dat komt deels doordat ik er stilaan een aantal vrienden heb, maar vooral doordat ik democratie in Zuid-Afrika echt nog een principiële kwestie vind. Voor veel Zuid-Afrikanen is de heroïsche tijd van ‘the struggle’ wellicht overgegaan in de dagelijkse en daardoor banalere politiek, maar voor een buitenstaander is het fascinerend te zien hoe democratie hier nog steeds echt een project is. Het gaat over de grondslagen van een rechtvaardig politiek bestel. Mijn blik op Zuid-Afrika verandert uiteraard (elke keer zie ik meer Aids-wezen, hoor ik over nog meer armoede en moordpartijen), maar mijn blik op België is ook veranderd door mijn reizen in Zuid-Afrika! Ik heb vandaag net een stuk afgewerkt voor de krant De Morgen over een familie Albanese asielzoekers. Hun levenslot is zo onwaardig, en zo onterecht dat ik erover moest schrijven. Maar het is de lectuur van Mandela en Tutu die mijn notie van rechtvaardigheid en het belang van protest, ook in België, gevoed hebben. Zuid-Afrika heeft op dat vlak twee van de belangrijkste politieke figuren van de afgelopen eeuw gehad. Ze hebben mijn denken zeer bepaald.

In De Morgen skryf u ondersoekjoernalistiek is ’n soort argeologie van die hede/aktualiteit. Wat word daarmee bedoel?

Geen vrede nemen met snelle berichtgeving. De intensiteit van het graven, zoals in mijn vakgebied de archeologie, toepassen op het allerrecentste. Voor mijn stuk over dat Albanese gezin had ik meer dan een halve kilo documentatie. Ik heb echt kunnen aantonen dat er fouten zijn gemaakt in de beoordeling van hun dossier. Onderzoeksjournalistiek groeit uit verontwaardiging en gaat verder dan vluchtige soundbites. Het belang van een kritische pers is niet te onderschatten. Naast wetenschapper en schrijver vind ik het daarom zeer belangrijk om ook journalistiek bezig te blijven. Het is mijn taak ten opzichte van de gemeenschap en een manier om het publieke debat te voeden.

In De Standaard skryf ’n resensent dat u met hierdie boek ‘lijk zich … te hebben losgeschreven uit de cocon van het wetenschapelijke discours”. Was dit u ondervinding ook of het u bewustelik’n grensoorskreidende boek geskryf?

Terwijl ik De Plaag schreef, kwam ik inderdaad los van het strikt wetenschappelijke verhaal over die plagiaataffaire tussen Maeterlinck en Marais. Maar reeds daarvoor had ik het verlangen gehad om mijn schrijven nooit te beperken tot alleen maar academische teksten. Ik was allang met poezie bezig. Natuurlijk ben ik niet achter mijn computer gaan zitten met de gedachte: laat ik nu eens een grensoverschrijdend boek gaan schrijven! Het boek dicteerde zichzelf in zekere zin, al werd het gevoed door mijn aanwezige verlangen om literair en historisch schrijven te laten samenvallen.

U verwag baie kritiek van Afrikaners op die boek, het u gesê. Is dit tot dusver so gewees? Is daar ’n merkbare veskil tussen hoe Europeëers en Suid-Afrikaners u boek (die Nederlandse uitgawe) ontvang het?

Het is altijd delicaat om als buitenstaander over een bepaald land te schrijven. Dat krijgt al snel iets aanmatigends. Ik wil niet ontkennen dat mijn blik zeer bepaald is door mijn Europees perspectief, maar dat hoeft geen nadeel te zijn: precies als buitenstaander kunnen bepaalde dingen je opvallen die anderen allang niet meer zien. Ik ben af en toe nogal kritisch geweest op een doorgedreven Afrikaner nationalisme omdat ik vond dat er een volwassener omgang met de eigen identiteit mogelijk is. Ik pleit niet voor een ontworteld kosmopolitisme, maar voor een evenwicht tussen identiteitsbesef en openheid.

Op het internet is er anderhalve kritische opmerking geweest, maar doorgaans is het boek zeer goed ontvangen. Leon Rousseau en Daniel Hugo hebben er zeer enthousiast over geschreven in de pers, Etienne van Heerden, Antjie Krog en Riana Scheepers stuurden me laaiende mails. Het was zeer bijzonder om door mensen wiens werk ik zeer bewonder zo gecomplimenteerd te worden.


  • David van Reybrouck is op Saterdag 13 Desember om 11:00 by die Protea Boekwinkel in Andringastraat, Stellenbosch, om saam met Daniel Hugo te gesels oor die Afrikaanse vertaling van De Plaag, wat pas verskyn het by Protea. Prof Louise Viljoen van die Universiteit van Stellenbosch sal die bespreking lei. Toegang is gratis.


    9 Desember 2003


    boontoe


  • © Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.