NeerlandiNet - Neerlandistiek in Suid-AfrikaArgief
Tuis /
Home
Briewe /
Letters
Kennisgewings /
Notices
Skakels /
Links
Boeke /
Books
Opiniestukke /
Essays
Onderhoude /
Interviews
Rubrieke /
Columns
Fiksie /
Fiction
Poësie /
Poetry
Taaldebat /
Language debate
Film /
Film
Teater /
Theatre
Musiek /
Music
Resensies /
Reviews
Nuus /
News
Slypskole /
Workshops
Spesiale projekte /
Special projects
Opvoedkunde /
Education
Kos en Wyn /
Food and Wine
Artikels /
Features
Visueel /
Visual
Expatliteratuur /
Expat literature
Reis /
Travel
Geestelike literatuur /
Religious literature
IsiXhosa
IsiZulu
Nederlands /
Dutch
Gayliteratuur /
Gay literature
Hygliteratuur /
Erotic literature
Sport
In Memoriam
Wie is ons? /
More on LitNet
Adverteer op LitNet /
Advertise on LitNet
LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.

Die Nederlandse Taalunie

Petry schrijft deprimerend verhaal langdradig en vol clichés

Hendrik-Jan de Wit


Yves Petry: De laatste woorden van Leo Wekeman. Roman. Amsterdam: De Bezige Bij, 2003. ISBN 90 234 1250 8. Prijs: € 19,50. 256 pagina’s.


Het verhaal: de journalist Leo Wekeman werkt bij de alom gerespecteerde kwaliteitskrant De Stem. Zijn vrouw heeft hem verlaten en op de redactie is een bijzonder knappe man gekomen: Xavier Kingston. Hij is niet alleen knap, maar hij kan alles. Iedereen op de redactie kijkt hem naar de ogen, behalve natuurlijk Leo Wekeman. Als zich de gelegenheid voordoet dat iemand van De Stem de Amerikaanse president mag interviewen, krijgt Xavier deze taak toegewezen. Leo is woedend, want hij is toch de Amerika-specialist. Hij heeft immers jaren geleden een reisje door Amerika gemaakt. Met een list weet hij het interview naar zich toe te trekken. Als het moment er is en Leo tegenover de president van de Verenigde Staten zit, schiet Leo uit zijn slof. Hij schuwt de obsceniteit niet. De dokter noemt het later: ‘NUTS. En-Joe-Tie-Es. Acroniem voor Nasty Uprush of the Tourette Syndrome.’ (220)

Leo wordt op staande voet ontslagen door deze dwaze actie. De dokter is van mening dat Leo geluk heeft gehad:

Eigenlijk mag je jezelf gelukkig prijzen, Leo, besef je dat? Er mankeert jou helemaal niks, integendeel. Jij hebt bewezen dat je kerngezond bent. Jouw hersenen beschikken nog over de veerkracht om je in één klap de werkelijkheid terug te bezorgen waar je al te lang van was vervreemd. Jij bent gered. De meesten onder ons, ik bedoel, de meeste patiënten die hier over de vloer komen en hun levensproblemen op tafel leggen, zijn lang zo veerkrachtig niet meer. Zij zijn hun werkelijkheid voorgoed kwijtgespeeld. De leugens hebben hun brein verstokt. Geen waarheid kan hen nog genezen. […]. (225-226)

Uiteindelijk keert zelfs Leo’s vrouw, Eva Winner, terug. Omdat ze een kind wil hebben. Eva Winner wil een kind van haar Leo. Het is de eerste keer dat ze dit aan een man durft te vragen, terwijl er drie miljard op deze aardbol rondlopen.

Dit geschetste beeld is de roman in een notendop en noemt de leukste informatie. De origineelste wendingen en kwinkslagen vinden aan het eind van het verhaal plaats. Voor het overige steekt Yves Petry een buitengewoon langdradig en clichématig riedeltje af. Hier zijn een aantal doorslaggevende argumenten voor te geven.

Op zich past Yves Petry een aardige truc toe, door het verhaal in vijf delen op te splitsen. De eerste vier zijn stuk voor stuk door de ogen van een personage gezien en slaan op de gebeurtenissen rond Leo. Zo horen wij naast Leo (deel I, 7-58), ook zijn vrouw Eva Winner (deel II, 59-96), zijn chef Karel Schuurmans, bijnaam: De Eend (deel III, 97-144) en de collega waar alles om draait: Xavier Kingston (deel IV, 145-188). Het laatste deel wordt weer verteld door Leo Wekeman. Op zich een origineel deel, maar ik proef weinig verschil tussen de verteltrant van de personages. Alle vier de verschillende personages zouden vier verschillende vertelwijzen moeten hebben.

Zoals een fragment waarin hoofdpersonage Leo Wekeman over de relatie met zijn vrouw Eva Winner vertelt:

Onze communicatie beperkte zich tot verstrooid gekabbel vol herhalingen en automatismen, het fleste geleuter waarmee twee geesten onder de stolp van de echtelijke windstilte zo nu en dan probeerden de lucht in beweging te krijgen. (41)

Geen groot verschil met de opvatting van Eva over haar relatie met Leo:

Hier heerst niet langer de vrieskou waarin mijn relatie was komen vast te zitten, de poolwinter waarin Leo en ik van elkaar waren vervreemd. Elke hartenkreet, elke oprechte gedachte zat gevangen in het ijs. Hier daarentegen kunnen de vibraties ongehinderd naar alle kanten trillen en worden ze door de veelal kale muren weerkaatst als het warrige maar levenslustige gefluister van herwonnen vrijheid. Van toekomst. (67)

Natuurlijk bijzonder knap van de auteur dat deze beide personages precies dezelfde opvattingen hebben over hun relatie, maar de vergelijkingen zijn zonder enig probleem in elkaars stijl te verruilen.

Dit geldt niet alleen voor Leo en zijn vrouw Eva. De opvattingen over het huwelijk zou Leo, zo kunnen delen met zijn chef Karel Schuurmans. Karel vertelt namelijk het volgende over zijn huwelijk:

Zelfs na mijn huwelijkshel en de daaropvolgende scheiding, die toch een kwalijke, onthutsende ervaring met die ene vrouw hadden ingehouden - met haar gebrek aan solidariteit, met haar kifterige zelfzucht en trouweloosheid, met haar onvermogen tot grootmoedigheid en vriendschap jegens een man als ik, ja, met haar onmannelijkheid en onridderlijkheid - zelfs na al die ellende ben ik ze nog niet gaan haten. (115)

Als Xavier aan de beurt is, in zijn relaas over de discussie met Leo Wekeman, lijkt het soms of Wekeman met Wekeman praat. De opvatting als je een mooie vrouw laat vallen is de gedachte van Leo. Het lijkt wel Leo’s opvatting van zijn huwelijk met Eva, spreekt door de stem van Xavier. Je moet dan wel ‘mooie vrouw’ inwisselen voor ‘Eva’

Als je bijvoorbeeld een mooie vrouw liet vallen, dan gebeurde er eigenlijk niet zoveel. Daar zat weinig film in. In het slechtste geval kreeg je te maken met wat fletse teleurstelling, in het beste geval met een korte, bitsige scheldpartij. Maar spoedig liep de hele affaire uit op onverschilligheid van de sterren voor mekaar. Wat geen zin had, had geen zin en daarmee uit, daar gingen de betrokkenen verder geen kostbare tijd meer aan verspillen. Het leerde je niets over de zwakte van het individu. Het leerde je hoogstens iets over zijn lauwe zelfgenoegzaamheid, over zijn bereidheid om zich in dit individualistisch tijdperk met alle beschikbare middelen in stand te houden, over zijn vastbeslotenheid nooit boven zijn smeltpunt te geraken en in alle omstandigheden zichzelf te bevestigen. Maar daar had ik geen lesjes in te krijgen. Daar wist ik alles van. (177)

Het laatste fragment illustreert de toon die de roman laat klinken. Overal gebruikt Yves Petry dezelfde, deprimerende stijl. En dat niet alleen, de toon die Petry aanslaat geeft een uitermate eentonig geluid. Overal schrijft hij voortdurend in de langdradige monologue intérieur. Al klagend vertellen de personages hun beslommeringen ingebed in een ellenlange stroom van saaie gevoelens en gedachten. Geen enkel personage is hier een uitzondering op. Zelfs de god Xavier Kingston laat hetzelfde monotone verhaaltje horen. Yves Petry laat niet zien dat hij een kunstenaar is die de gedachten en gevoelens van verschillende personages in subtiele tussenzinnetjes overbrengt. Petry heeft een langdradige monoloog nodig die de lezer tot slapen of doorbladeren dwingt. Het verhaal is te saai en te traag om op een normale manier te lezen.

Het zwartgallige overheerst en is zo duister dat zelfs een vermeende grap, geen lachwekkend effect meer heeft. Zoals het opbeurende praatje van de dokter, dat binnen enkele pagina’s teniet wordt gedaan door de opmerking dat de dokter zelfmoord heeft gepleegd. Het brengt Leo in het bos, waar hij tuurt naar de mogelijke boom waaraan zijn huisarts gehangen zou hebben. Als Leo in de homoscène terechtkomt, is daar ineens zijn vrouw: Eva Winner. Nee, ze komt niet uit liefde, maar ze wil een kind.

Het is als de gek-wordende Leo Wekeman die de Amerikaanse president ontmoet. De roman pretendeert de waarheid in zwartgallige bewoordingen te verkondigen, maar het verhaal is slechts de hese schreeuw van een gek.

Ziedend en daverend balde zich de woede samen waarmee het boven dit gezelschap de boodschap tot ontploffing zou brengen die als de waarheid op ons moest neerslaan. Het zouden de laatste woorden van Leo Wekeman moeten worden, de woorden waarmee hij zijn ingebeelde zelf de wereld uit praatte. En ik meende zelfs over de vuurkracht te beschikken om niet alleen mezelf, maar ook de president en de overige aanwezigen, ja, zelfs de hele wereld uit praten. (216)

Almelo, november 2003


2 Desember 2003

boontoe / to the top

NeerlandiNet: voorblad / front page


© Kopiereg in die ontwerp en inhoud van hierdie webruimte behoort aan LitNet, uitgesluit die kopiereg in bydraes wat berus by die outeurs wat sodanige bydraes verskaf. LitNet streef na die plasing van oorspronklike materiaal en na die oop en onbeperkte uitruil van idees en menings. Die menings van bydraers tot hierdie werftuiste is dus hul eie en weerspieël nie noodwendig die mening van die redaksie en bestuur van LitNet nie. LitNet kan ongelukkig ook nie waarborg dat hierdie diens ononderbroke of foutloos sal wees nie en gebruikers wat steun op inligting wat hier verskaf word, doen dit op hul eie risiko. Media24, M-Web, Ligitprops 3042 BK en die bestuur en redaksie van LitNet aanvaar derhalwe geen aanspreeklikheid vir enige regstreekse of onregstreekse verlies of skade wat uit sodanige bydraes of die verskaffing van hierdie diens spruit nie. LitNet is ’n onafhanklike joernaal op die Internet, en word as gesamentlike onderneming deur Ligitprops 3042 BK en Media24 bedryf.